Koningin Margaretha, haar twee zoons en hun jongere zus Anna Katharina leven in het beschermde wereldje van de Nederlandse monarchie. Hun veiligheid komt in gevaar door de bizarre dood van Minne Koornstra, bankier van wit én roetzwart geld. Na diens dood redt Mary van Mourik, prins Hendriks jonge vrouw, het koninklijk fortuin uit Koornstra?s nalatenschap voordat pers en justitie er lucht van krijgen. Ze weet het via een oude, gerenommeerde verzekeraar te beleggen in een herverzekeringsmaatschappij en een luxe cruiseschip.
Als er een aanslag op Mary wordt gepleegd, lijkt dit het startsein voor een reeks gruwelijke moorden en schijnbaar toevallige verdwijningen. Steeds vaker duikt de naam op van Klaas Kok, ooit Mary?s minnaar, nu een beruchte maffiabaas. Ook Dick Tacona, bekend politieman uit eerdere boeken van Jacob Vis, speelt een bijzondere rol in alle verwikkelingen. Langzaam maar zeker beseft prinses Anna Katharina, fel tegenstandster van haar schoonzusje Mary, dat de top van de onderwereld op een geraffineerde manier de top van de bovenwereld probeert binnen te dringen.