WIJ ZULLEN AAN GOD GELIJK ZIJN is een beschouwing over de rijkdom, de kwaliteit van een idee, van de eerste vondst waardoor een cultuur een nieuwe sprong, een nieuwe mutatie kan maken. En wat als die nieuwe mutatie ingehaald wordt door andere vondsten, wat als het elan in een cultuur verdwijnt, omdat die voltooid is? Zoals nu in het Westen onze mensenrechtencultuur voltooid is, waar geen richting meer, geen doelen meer, geen avant-gardes meer zijn om het voorbeeld te geven, maar waar de Nieuwe Mens, de homo instrumenticus, met een druk op de knop van de nieuw verworven zintuigen moeiteloos alles binnen bereik heeft.
Een groots verhaal in magnifiek proza, fel en emotionerend, over het menselijk bestaan.