Ook al is het terpdorp in de Friese klei verzonken, het zou qua sfeer zo uit het Zuid-Amerika van Márquez kunnen zijn gelicht. Eige voelt zich lam gelegd door de gesloten gemeenschap waarvan hij deel uitmaakt. Waarom blijft hij toch inklinken op z'n geboorteklei? Hoe kan hij afrekenen meteen dorp dat hem klein houdt? Hij zoekt zijn toevlucht in de wijn. Een kleine oorlog begint te gisten; het wordt aardappel versus druif. Is het uiteindelijk Eige, de pimpelaar, die zijn omgeving verdrinkt? Of verlost Eige, de wijnschenker, zich van de mensen die hem niet mogen maar niet wie hij heeft te leven? Net zoals de held in Het parfum van Patrick Süskind gebruikt ook Eige zijn neus als wapen.Wijneigen vertelt in een meesterlijke stijl over de queeste naar eigenwaarde.In uw handen: een wijnboek als geurwaaier, een overlevingsgids voor de Friese heuvels, de laatste heildronk van Socrates