Een tocht met een taoïstisch meester voert langs heilige bergen en eeuwenoude natuurgebieden in China. Een nachtelijke sterrenhemel in de Sahara leidt naar Immanuel Kant en de bronnen van de westerse natuurbeweging. Wat is de relatie tussen taalvariatie en biologische diversiteit?
Van de Gronden verkent het schemergebied tussen wijsbegeerte en natuurbescherming. Op de achtergrond speelt de vraag naar de morele dimensie van natuurbehoud. Wat hebben moraal en landschap met elkaar te maken? En als er bijna geen plukje ongerepte wildernis meer over is, wat houdt natuurbescherming dan nog in?