Beer verloor drie vrouwen in het kraambed. Zijn derde echtgenote baarde een kind alvorens te sterven, de andere twee stierven met een kind in hun buik. Na al dat verlies acht hij zijn verlangen naar liefde door God vervloekt. Vanuit Amsterdam roept Beer God aan om de veronderstelde vloek te ontrafelen. Hij blikt terug op zijn laatste jaren in het zestiende-eeuwse Antwerpen, de stad die hij ontvluchtte. Antwerpen floreerde in handel en geld maar er heerste tegelijk een grote onrust. Beer maakte deze oplopende spanningen van dichtbij mee in zijn herberg waar vrije gedachten en zoete wijn vloeiden, en waar plannen werden gesmeed door een geheim genootschap. Alles werd op scherp gesteld wanneer een wildevrouw, als gevolg van overmoedige wereldveroveraars, in zijn herberg terechtkwam. Wildevrouw is een wervelende, monumentale roman over het verlangen naar eenheid en het veroveren van een innerlijke waarheid, vol vlees en geuren, vol narren en blinden, vol handelaars en woekeraars, profiteurs en bedriegers, vroedvrouwen, cartografen, schilders, drukkers en astrologen, waarbij verlangen en zelfbedrog dansen door de straten van een gedoemde stad.