Na een bankroof, waarbij zij ongeveer 350.000 gulden hebben buitgemaakt, zijn de drie gangsters Jim Bongers, Peter Vanal en Charlie Mann op de vlucht voor de politie. Omdat Peter Vanal door een kogel gewond is geraakt aan zijn been, zoeken de drie een tijdelijke schuilplaats. Zij vinden die in het afgelegen boswachtershuis Wildschut in de buurt van de grens.
De bewoners van het boswachtershuis worden zolang gegijzeld door de drie mannen. Het gaat om Deleye, een oude rancuneuze ex-boswachter, stroper en weduwnaar, zijn schoonzus Sybil Barg en haar zoon Hugo, een schutterige puber. Ten slotte is daar de jonge dochter van Deleye, Lisa Deleye, moeder van de tweejarige Eva. Eva is zeer waarschijnlijk verwekt door Peter Vanal. Ten onrechte menen de drie gangsters in Wildschut vrij te zijn van de interesse van de buitenwereld. In de buurt oefenen bijvoorbeeld militairen. Een van de officieren, luitenant Paul Hansen, heeft zijn oog laten vallen op Lisa.
De plaatselijke politie aast er bovendien op om de stroper Deleye eindelijk eens op heterdaad te betrappen. Ten slotte verdwijnt Hugo opeens. De verwikkelingen in en om Wildschut leiden onvermijdelijk tot een gewelddadige climax.