Een select gezelschap van vijfentwintig scherpzinnige lezers geeft er commentaar bij, aangevoerd door Elsschotkenner Koen Rymenants en poëzie-expert Carl de Strycker. Ze verhelderen Elsschots proza met behulp van zijn poëzie en omgekeerd. Ze tonen ons Elsschot als gelegenheidsdichter en -vertaler en brengen onvermoede verwantschappen aan het licht: met Guido Gezelle en de gezusters Loveling, de Bijbel en Victor Hugo, maar ook met Herman de Coninck en Kees van Kooten.