"Veelvuldig bekroond jeugdauteur Henri van Daele schreef een voorleesverhaal in dezelfde warme vertelstijl als zijn reeks over Kleine Beer en Grote Beer. De kleine Willem bewondert de huizen en de ouders van zijn klasgenootjes: zij hebben een rommelige zolder, een tuinhuisje vol gereedschap en huisdieren. Helaas laten zijn ouders weinig rommel toe: Willems moeder is een neurotische poetster, zijn vader een drukbezet zakenman. Een zolder is er niet, huisdieren zijn taboe (die maken alles smerig!).
Willem vindt zijn huis maar saai. En daarom fantaseert hij over een konijn, Boormachien. Willem bedenkt de meest fantastische avonturen, die hij na een tijdje aan zijn vrienden vertelt. Al snel wordt Boormachien een begrip. Op school vraagt iedereen naar het wonderlijke konijn, en Willem zelf gelooft na een tijdje dat er echt een konijn in de berging woont. Tot wanneer hij aan zijn ouders vertelt dat ze een konijn hebben, en paniek uitbreekt in het huis. Een gevoelig pleidooi voor meer fantasie in het gezin. Met mooie, paginagrote illustraties van Paul van Lancker."
Willem vindt zijn huis maar saai. En daarom fantaseert hij over een konijn, Boormachien. Willem bedenkt de meest fantastische avonturen, die hij na een tijdje aan zijn vrienden vertelt. Al snel wordt Boormachien een begrip. Op school vraagt iedereen naar het wonderlijke konijn, en Willem zelf gelooft na een tijdje dat er echt een konijn in de berging woont. Tot wanneer hij aan zijn ouders vertelt dat ze een konijn hebben, en paniek uitbreekt in het huis. Een gevoelig pleidooi voor meer fantasie in het gezin. Met mooie, paginagrote illustraties van Paul van Lancker."