Winde is verhuisd. Haar nieuwe huis grenst aan een overwoekerd terrein.
Als ze op een ochtend de grens oversteekt, gebeurt er iets magisch: ze betreedt de Wildernis – een spannend bos dat veel groter is dan ze had gedacht. Waar zich geheimen schuilhouden, een heks woont en zelfs een monster de omgeving onveilig maakt.
Daar ontmoet ze de Wildelingen: kinderen die zich Muis, Raaf, Vos en Haas noemen. En Winde verandert. Ze wordt Winde Wildeling en gaat met de andere Wildelingen op zoek naar het monster dat hun vriend heeft ontvoerd.
De Wildernis komt tot leven door de fantasie van de kinderen. Dit boek is een ode aan de kracht van de natuur en de verbeelding. Het moedigt kinderen aan om te ontdekken, om nieuwsgierig te zijn, om avonturen te beleven.