- sporadisch, in tijdschriften - meer dan een halve eeuw
geleden. Zijn eerste bundel De bladen terug werd in 1987 gepubliceerd. Daarna kwamen nog drie kleinere bundels tot stand, steeds op aandringen van buitenaf. Trouw aan het adagium 'Niets te zeer' was de dichter moeilijk tot
verdere publicatie te bewegen. Hoe respectabel deze te-
rughoudendheid ook moge zijn, voor de lezers en dan
vooral de poëzielezers, zou het een gemis zijn als deze
sprankelende, speelse en in hun taalgebruik betoveren-
de gedichten op een Zeeuwse zolder zouden verstoffen.
De Zeeuw en wereldburger Andreas Oosthoek was al
als jongen geïntrigeerd door de grote wereld óver de dijk.
Hij wordt op zijn elfde jaar een leergierig internaats kind,
verlaat - tijdelijk - de Zeeuwse klei, passeert de heuvels,
ontdekt Parijs, Europa en de wereld, met name Azië en
keert steeds terug op zijn geboortegrond, het land dat
hij in zijn roman Het relaas van Solle zo indrukwekkend
heeft beschreven.
De rijkdom van Oosthoeks poëzie is veelomvattend.
Zijn beelden en kleuren, etsen uit de geschiedenis en
nauurtaferelen, de poëtische studies van veranderingen
van mensen en landen, zijn vermogen om met enke-
le woorden een hele wereld op te roepen, is in de he-
dendaagse Nederlandse poëzie ongeëvenaard.
Witheet nadert de ijsberg verzamelt een keuze uit Oosthoeks poëzie, geschreven vanaf 1959.
Een aanbeveling van de uitgever in de woorden van
de oude Duitse dichter Lichtenberg: 'Wie twee broeken
heeft, zou een ervan te gelde moeten maken en deze ge-
dichten kopen!'