Witse heeft de administratieve achterstand weggewerkt en haast zich naar huis, waar Annemie zit te wachten met het eten. Maar onderweg is hij getuige van een ontvoering. De dader, een gespierde kerel met een mentale handicap, belt vlug naar een handlanger voordat Witse hem kan inrekenen en weigert daarna om nog te praten. Het slachtoffer, een geblondeerde dame, wil geen klacht indienen.
Witse besluit de volgende dag uit te zoeken wat er aan de hand is en keert terug naar het bureau om de kerel op te sluiten. Voor de tweede keer haast hij zich naar huis, want het eten staat al af te koelen. Hij merkt niet dat hij in de gaten wordt gehouden, en wanneer hij een paar straten verder wordt aangereden, heeft hij ook niet door dat dit het begin is van een nachtmerrie die zijn leven voorgoed zal veranderen.