Sinds zijn studiejaren in de jaren vijftig had Willem Frederik Hermans een fascinatie voor Ludwig Wittgenstein (1889-1951). In de essays in dit boek schetst Hermans de levensloop van de beroemde filosoof en gaat hij uitvoerig in op diens werk en de invloed daarvan op het westerse denken. Daarbij trekt hij fel van leer tegen sommige Nederlanders en denkers en hun opvattingen over Wittgenstein. Deze indrukwekkende bundeling van essays die Hermans in de loop van vijfentwintig jaar schreef, geeft een helder beeld van de belangrijkste filosofen van de twintigste eeuw. Dat het boek daarbij uitermate onderhoudend is, is Hermans' grote verdienste.
‘Wittgenstein’ bevat de essays van Hermans over de Oostenrijkse filosoof. Hij was afkomstig van een steenrijke familie, zijn strenge vader dreef zijn broers tot zelfmoord. Ludwig was architect en uitvinder, later verdiepte hij zich in problemen van logica en taal. Voor Wittgenstein is taal geen geschikt medium om de werkelijkheid te vatten. Metafysische systemen, zoals filosofie en religie, kunnen geen aanspraak op waarheid maken, het zijn ficties.