Wolfje hing aan de keukentafel.
Met één hand schonk haar moeder koffie in, haar andere hand zocht sleutels.
¿Straks denkt iedereen dat ik niet goed voor je zorg.¿
¿Ik hoef geen nieuwe, deze vind ik fijn.¿
¿Hij is oud en versleten, er zitten zelfs gaten onder je oksels¿¿
¿Kleine gaatjes,¿ zei Wolfje.
Wolfjes moeder vindt dat Wolfje oud genoeg is om zelf een nieuwe jas te kopen. Dat vindt Wolfje ook. Maar hoe had zij nou kunnen weten dat ze bevriend zou raken met Rooie, een zwerver die mooie verhalen vertelt en heel veel dorst heeft. En rode wijn is niet goedkoop. Wolfje durft haar moeder niet te vertellen dat het geld voor de nieuwe jas verdwenen is. Gelukkig heeft Rooie een plan om samen met Wolfje geld te verdienen. Dat loopt gesmeerd, totdat Wolfjes moeder ontdekt wat ze aan het doen zijn. Daar is Wolfjes moeder op zijn zachtst gezegd niet blij mee. Maar als ze Rooie leert kennen en ziet hoe hij Wolfje helpt bij het verwerken van het verlies van haar vader, blijft ze niet lang boos.