Met bevende vingers sloeg ze het boek open, het papier rook vers en was heel wit. De woorden kende ze allemaal, stuk voor stuk had hij ze in haar oma's huis tegen haar gezegd, zelfs de woorden die hij in de schuur hees had gefluisterd, stonden er. En ook haar zuchten, haar kreunen, haar snikken van genot.
Haar moeder kwam de zoldertrap op, vlug schoof ze het boek terug. Tot haar verbazing lag ook de versnipperde brief daar, blijkbaar had hij die uit de vuilnisbak gevist, de koffiedrab zat er nog op. En ja, hoor, de krant, de krant van donderdag, de cultuurpagina naar voren gevouwen.
'Wolfs muze' is het verhaal van de verboden liefde tussen een vrouw uit een streng gelovige gemeenschap en een talentvolle dichter. Zij ontmoeten elkaar als hij les krijgt van haar grootmoeder, een vrijgevochten pianolerares. Een 'onmogelijk, wispelturig beest dat veel te lichtzinnig met zijn talenten omspringt' is hij, volgens haar oma.
Op een middag, als hij zijn etudes zit te spelen en haar oma in de keuken thee zet, schuift zij naast hem op de pianokruk en kijkt naar hem op. Zijn ogen likken aan haar huid, vrijmoedig verkennen haar vingers zijn lichaam, de toonladders rillen van genot...
De gemeenschap spreekt er schande van en haar moeder, die als weduwe volledig afhankelijk is van de kerk, werkt eraan mee dat zij in een liefdeloos huwelijk wordt gemanoeuvreerd. Het lijkt er niet op dat ze haar 'wispelturige beest' ooit nog zal zien, haar man controleert immers alles wat ze doet. Slechts een paar verstolen momenten zijn er, maar de band met haar twee jongens, die ze niet bij hun vader wil achterlaten, maakt het onmogelijk om de liefde van haar leven te volgen.
Hém inspireert het wanhopige verlangen tot poëzie die zelfs internationale roem brengt. Het enige waarvoor hij echter leeft is om haar in zijn armen te kunnen sluiten, vertwijfeld zoekt hij vergetelheid in blond en brandy.
Wanneer haar beide zoons studeren, kunnen zij elkaar eindelijk weerzien. Maar dan is het wel erg lang geleden dat ze elkaar vonden in oma's huis. Is hij nog altijd háár wispelturige beest of hebben de jaren hem van haar vervreemd?
Een intens liefdesverhaal dat geurt naar varens en wilde kamperfoelie en geen sproet onbezongen laat.
Haar moeder kwam de zoldertrap op, vlug schoof ze het boek terug. Tot haar verbazing lag ook de versnipperde brief daar, blijkbaar had hij die uit de vuilnisbak gevist, de koffiedrab zat er nog op. En ja, hoor, de krant, de krant van donderdag, de cultuurpagina naar voren gevouwen.
'Wolfs muze' is het verhaal van de verboden liefde tussen een vrouw uit een streng gelovige gemeenschap en een talentvolle dichter. Zij ontmoeten elkaar als hij les krijgt van haar grootmoeder, een vrijgevochten pianolerares. Een 'onmogelijk, wispelturig beest dat veel te lichtzinnig met zijn talenten omspringt' is hij, volgens haar oma.
Op een middag, als hij zijn etudes zit te spelen en haar oma in de keuken thee zet, schuift zij naast hem op de pianokruk en kijkt naar hem op. Zijn ogen likken aan haar huid, vrijmoedig verkennen haar vingers zijn lichaam, de toonladders rillen van genot...
De gemeenschap spreekt er schande van en haar moeder, die als weduwe volledig afhankelijk is van de kerk, werkt eraan mee dat zij in een liefdeloos huwelijk wordt gemanoeuvreerd. Het lijkt er niet op dat ze haar 'wispelturige beest' ooit nog zal zien, haar man controleert immers alles wat ze doet. Slechts een paar verstolen momenten zijn er, maar de band met haar twee jongens, die ze niet bij hun vader wil achterlaten, maakt het onmogelijk om de liefde van haar leven te volgen.
Hém inspireert het wanhopige verlangen tot poëzie die zelfs internationale roem brengt. Het enige waarvoor hij echter leeft is om haar in zijn armen te kunnen sluiten, vertwijfeld zoekt hij vergetelheid in blond en brandy.
Wanneer haar beide zoons studeren, kunnen zij elkaar eindelijk weerzien. Maar dan is het wel erg lang geleden dat ze elkaar vonden in oma's huis. Is hij nog altijd háár wispelturige beest of hebben de jaren hem van haar vervreemd?
Een intens liefdesverhaal dat geurt naar varens en wilde kamperfoelie en geen sproet onbezongen laat.