van enkele grote schrijvers van dit moment leest, Bernlef en Krol bijv., wordt voortdurend heen en weer geslingerd tussen de positie van lezer en denker. Hun werk laat niet in de eerste plaats het eindproduct zien, maar het denkproces en de tussenstadia van dat proces. In het fragmentarische, de onafheid, de tegenspraken, openbaart zich het zoeken meer dan het vinden, de haperende argumentatie meer dan de conclusie.