Oktober 2017. De verteller en haar zoon maken een korte reis naar de Westelijke Jordaanoever en Jeruzalem. Al op de eerste avond in Bethlehem ontmoeten ze Aladdin in een souvenirwinkel. Hij doet alsof hij hen al verwachtte en stelt voor om hun gids te worden. Dankzij hem leren ze het alledaagse leven van de Palestijnen kennen. Ook al is de vriendschap met Aladdin misschien niet wat ze lijkt, eenmaal thuis blijft het heimwee naar zijn winkel.
Oktober 2018. De verteller ontsteekt de wonderlamp die beschijnt wat voorgoed onbereikbaar is: huizen uit het verleden, huizen in Syrië, van nieuwe vrienden. De omgang met Aladdin mag dan zijn verwaterd, nog steeds vinden dwalende gedachten hun rustpunt in die kleine souvenirwinkel in Bethlehem. Ook wat misschien nooit heeft bestaan of niet kan bestaan, kan worden liefgehad. En zo vurig, dat het alsnog bezield raakt en tot leven komt.
Wonderlamp is een intiem eerbetoon – niet aan onvervulde of zelfs gebroken verlangens, maar aan het menselijke talent om te verlangen. Overvloedig, naïef en dwaas. Dwars tegen de feiten in.