Hoe kwam mijn vader hier 76 jaar geleden aan? Per boot, per smal spoor, lopend? Misschien het eerste, want Nyrob ligt aan de rivier Kolva die weer met talloze andere riviertjes is verweven in dit barre waterland, 300 kilometer onder de poolcirkel. Maar zeker weten doe ik het niet. Dat heeft hij me nooit verteld.
De Oeralregio noemen ze het hart van Rusland. Ik bevind me in dat immens koude hart waar ik de sporen van mijn vader hoop te vinden, toen hij nog niet mijn vader was, maar een van de miljoenen Russische krijgsgevangenen die na hun terugkeer door Stalin in de kampen werden vastgezet.
Sana Valiulina (Tallinn, 1964) studeerde in Moskou Noorse taal en letterkunde en woont sinds 1989 in Amsterdam. Ze schreef eerder Het kruis (2000), Vanuit nergens met liefde (2002), Didar en Faroek (2006, nominatie Libris Literatuur Prijs), Honderd jaar gezelligheid (2010), het bejubelde Kinderen van Brezjnev (2014), Winterse buien (2016, winnaar Jan Hanlo Essayprijs) en Een wolf bij zijn oren pakken (2020).