Wouter wil bij de Wegenwacht. Daarom schrijft hij een brief. Die nacht droomt hij van auto's met rokende motoren. Als Wouter uit school komt, zwaait zijn moeder met een envelop. Wouter maakt hem snel open en leest. Dan begint hij dol te dansen. `Hoera!' roept hij. `Ik mag mee! Met de Wegenwacht!'