Maart 2014: gewapenderhand wordt de Krim gescheiden van Oekraïne en ‘herenigd’ met Rusland. Die actie van Rusland is in strijd met het Helsinki-akkoord dat in 1975 de territoriale integriteit van alle staten in Europa heeft vastgelegd. Het blijft niet bij de Krim. Rusland wil zijn oude glorie als supermacht terug. Sindsdien woedt er oorlog in Europa. Hoe heeft het zover kunnen komen? Zonder oog voor personen als Gorbatsjov, Jeltsin en Poetin is de assertiviteit van dit nieuwe Rusland niet te begrijpen. Gorbatsjov opende met zijn glasnost een doos van Pandora. Jeltsin hervormde het land niet echt. Poetin profiteerde van hun falen en kon de staat weer in het centrum van de macht zetten. Maar er zijn ook structurele oorzaken voor het feit dat Rusland zich nu hard tegen Europa keert.
Ondanks de privatiseringen en de opmars van een middenklasse in deze eeuw is Rusland een neofeodale maatschappij. De mens is er onderdaan gebleven en nooit staatsburger geworden. Vandaar dat de ontvoogding, waar Oekraine en andere voormalige satellieten nu naar streven, voor het Kremlin zo’n groot gevaar is dat het alles op alles zet om zijn invloedssfeer terug te winnen en zo Europa diep verdeelt. Hubert Smeets, die Rusland vanaf 1990 op de voet volgt, beschrijft de breuklijn in de Russische samenleving met een scherpe pen en een goed oog voor detail.
Hubert Smeets (1956) is journalist bij NRC Handelsblad. Tijdens de ondergang van de Sovjet-Unie in 1991 was hij correspondent in Moskou. Van 2003 tot 2007 was hij hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer. Hij won de Anne Vondelingprijs voor politieke journalistiek en schreef onder meer Gekrenkte zielen: Vrijheid in Rusland.