De egel verlangt naar gezelschap maar wil tegelijk heerlijk alleen zijn, de mier vertrekt maar blijft toch de stemmen van alle andere dieren horen, en de olifant wil niets anders dan in een boom klimmen, ook al?valt hij steeds naar beneden. De gedienstige sprinkhaan, de egoïstisch kwakende kikker en de krekel met het sombere gevoel in zijn hoofd – elk dier in het bos heeft zo zijn eigenaardigheid. ‘Maar Toon Tellegen,’ schreef de Volkskrant, ‘mag alles nog zo omdraaien, vergroten, verkleinen en verdwazen, nergens verhult hij zijn onderwerpen: herkenbaar menselijk gedrag en herkenbare menselijke emoties.’