Edwin St. Andrew, verstoten zoon van Britse adel, steekt in 1912 de Atlantische Oceaan over. Als hij in de woeste wildernis van British Columbia het bos in stapt, is het heel even volslagen duister en zingen vioolklanken onnatuurlijk door de lucht. Het is een overrompelende ervaring die lang in hem nazindert. Twee eeuwen later reist de beroemde schrijfster Olive Llewelyn de aarde over op tournee, ver van haar huis in de tweede maankolonie, nietsvermoedend van een oprukkende pandemie. In Olives bestsellerroman komt een vreemde scène voor: een man staat in een galmende ruimte viool te spelen terwijl om hem heen de bomen van een bos oprijzen. Wanneer detective Gaspery-Jacques Roberts weer honderd jaar later wordt gevraagd om terug te reizen in de tijd om deze vreemde doublure te onderzoeken, komt hij een aantal overhoopgehaalde levens op het spoor.