Liedje
Had ik hem en hij mij koud gelaten
toen het nog kon, of even maar
geraakt, zoals een vlinder de aarde
raakt, niet zwaarder, niet vaker -
maar nee het werd een onderneming
zo zwaar als een kolom water
onderin de zee. Daar waren
wij niet op gebouwd
Kommaar zeidie
Even leek het een giraffeleven
hoofden hoog boven de bomen
wij raakten niet verward wij raakten niet
versleten, zo leek het 's avonds
op hoge benen over vlaktes
zwevend. Wij hielden het zelf
nauwelijks bij. Daar waren
wij niet op gebouwd.
Kommaar zeidie
Toen werden we mensen met iets van de
vlinder: ik kom zo terug
en iets van het onderzeese: druk.
En iets van giraffen, mogelijk
hoogmoedig. Maar had ik het koud
en dat had ik het vaak dan wou
hij me warmen. Daar waren
wij op gebouwd.
Kommaar zeidie