Rond 1670 verzochten Zeeuwse VOC-bestuurders landmeter Arent Roggeveen om geheime zeekaarten voor hen te gaan tekenen. Hij was een begaafd en veelzijdig man: cartograaf, wiskundige én astronoom. Hij onderrichtte zeevaartkunde en was VOC-examinator van stuurlieden. Bekendheid kreeg hij vooral door zijn expeditieplannen naar het ‘Onbekende Zuidland’, het huidige Australië. Het was uiteindelijk zijn jongste zoon Jacob Roggeveen die deze plannen ten uitvoer bracht en tijdens die expeditie Paaseiland ontdekte.
Na het overlijden van Arent Roggeveen nam oudste zoon Johan zijn vaders cartografische werkzaamheden over. Johan werkte ruim 40 jaar als kaartenmaker en werd op zijn beurt opgevolgd door Abraham Anias, van wie Paesie aantoont dat hij Johan Roggeveens stiefzoon was. Net als bij de Amsterdamse familie Blaeu was er dus ook in Zeeland sprake van een familiebedrijf.