In het najaar van 1985 hield Gerard Reve vier lezingen in de Leidse Pieterskerk, ter afsluiting van zijn leeropdracht als gastschrijver aan de Leidse Letterenfaculteit. In de voordrachten zet Reve zijn persoonlijke theorie uiteen met betrekking tot religie, kunst, en in het bijzonder literatuur. Hij benoemt de vier zuilen van het proza, te weten Conceptie, Compositie, Stijl en Woordgebruik. Zo ontvouwt Reve op kenmerkende wijze zijn persoon-lijke poëtica: ernstig en ironisch, stellig en uiterst humoristisch tegelijk.