De auteur werd als klein, vroom jongetje van net geen 11 in zijn geboortedorp op een gewelddadige manier verkracht door een forse 15-jarige met het syndroom van Down. Het bleef niet bij één keer. Vijfendertig jaar lang maakte de schrijver het jongetje monddood door hectisch de wereld af te reizen, rampgebieden en oorlogslanden op te zoeken en flink tekeer te gaan. Maar dan ontmoet hij in Antwerpen een wondermooie callgirl die het gekwetste jongetje in hem weer wakker schudt.
Ook zij werd in haar jeugd herhaaldelijk verkracht, maar dan door haar vader, terwijl haar moeder deed of er niets aan de hand was. De twee beschadigde zielen klampen zich aan elkaar vast en proberen de realiteit buitenspel te zetten in een lichtjes ontregeld maar warm en zinnelijk ménage à trois, want de callgirl heeft ook een vaste vriend, een jonge, viriele man van haar leeftijd.
Deze heimelijke idylle duurt enkele jaren. Tot de kinderwens van de veel jongere vrouw de schrijver met de neus op de feiten drukt. De auteur legt zich bij het onvermijdelijke neer en offert in zeven brieven aan zijn callgirl zijn ziel en zaligheid aan het enige dat een mensenleven interessant maakt: de onbereikbare liefde.
Ook zij werd in haar jeugd herhaaldelijk verkracht, maar dan door haar vader, terwijl haar moeder deed of er niets aan de hand was. De twee beschadigde zielen klampen zich aan elkaar vast en proberen de realiteit buitenspel te zetten in een lichtjes ontregeld maar warm en zinnelijk ménage à trois, want de callgirl heeft ook een vaste vriend, een jonge, viriele man van haar leeftijd.
Deze heimelijke idylle duurt enkele jaren. Tot de kinderwens van de veel jongere vrouw de schrijver met de neus op de feiten drukt. De auteur legt zich bij het onvermijdelijke neer en offert in zeven brieven aan zijn callgirl zijn ziel en zaligheid aan het enige dat een mensenleven interessant maakt: de onbereikbare liefde.