Van kinds af aan is schrijver en NRC-columnist Christiaan Weijts (1976) gefascineerd door de limes, de noordelijke grens van het Romeinse Rijk. Die is recent door Unesco uitgeroepen tot Werelderfgoed. Een groot deel van zijn leven heeft Weijts in de nabijheid van die grens gewoond. Zijn meeslepende relaas is opgebouwd als een reportage-essay, een wandeling in de stijl van W.G. Sebald, langs de Rijn van Katwijk naar Leiden. Van stranddagen en bollenpellen tot de lessen Latijn op het Stedelijk Gymnasium.
Zeven mijlen langs de limes is een slimme en sprankelende monoloog, en tegelijk memoir en miniatuur-odyssee.