Aan het leven van Pieter Rutger Feith (1911-1941), vader van de auteur, kwam een einde door een fietsongeluk. Zijn beide kinderen groeiden op zonder enige herinnering aan hem. Aan de hand van nagelaten brieven, foto’s en dagboeken konden zijn jeugd, studententijd, dienstplicht bij de Bereden Artillerie, werkzaamheid als assuradeur en huwelijk met Adine de Jonge gereconstrueerd worden. De tijd waarin hij leefde wordt schetsmatig besproken.
Aangezien zijn deelname aan de strijd tegen de Duitse invasie en zijn verzetswerk, ook aan zijn vrouw, onbekend waren, moest een speurtocht in archieven uitkomst brengen.
Op 10 mei 1940 wist het Regiment Artillerie bij Mill (Oost-Brabant), bestaande uit reservisten, waaronder Piet, bemand met archaïsche kanonnen, een aanval in de rug door Duitse stoottroepen af te slaan.
Na terugkeer uit krijgsgevangenschap raakte Piet vanaf september 1940 betrokken bij militaire spionage. De eerste schreden op dit levensgevaarlijke pad waren amateuristisch. Verraad lag op de loer en niemand was te vertrouwen. Na Piets dood zette de ID-groep en de groep Kees, waartoe hij gerekend wordt, het spionagewerk voort.
Alle leden van Piets naaste familie en schoonfamilie namen, ieder op eigen wijze, aan het verzet deel. Ernst de Jonge werd, vanwege zijn rol in De Soldaat van Oranje, de meest bekende.