In 'Zo begint iedere ziener' waarschuwt filosoof Coen Simon dat het hedendaagse gevecht om de waarheid tussen geloof en wetenschap uiteindelijk de ondergang zal betekenen van het belangrijkste wat de mens bezit: zijn persoonlijke ervaring.
In een terugblik op de fantasierijke jaren van zijn eigen jeugd legt Simon de lucide krachten van de menselijke verbeelding bloot. Zijn zoektocht langs de randen van het denken geeft zo'n onverwachte kijk op geheugen, tijd, geluk, vriendschap, gevoel, droom, magie, dat niemand nog verlangt naar een andere werkelijkheid dan de onze.