Op een dag loopt Sanne onder de Utrechtse Domtoren door als ze uit het niets de naam Brechje hoort. Het blijkt een stem uit het verre verleden. Met haar vriendin Minke duikt Sanne de archieven in en komt erachter dat een zekere Brechje in 1672 in de Utrechtse kruidenierswinkel 'In de Vergulde Peperbael' woonde en werkte. Tijdens haar speurtocht krijgt Sanne steeds meer het gevoel dat er al die tijd geleden iets vreselijks met Brechje is gebeurd. Sannes zoektocht wordt afgewisseld met hoofdstukken waarin Brechje zelf wordt gevolgd, in de zeventiende eeuw. Nederland voert oorlog met Frankrijk, Engeland en Duitsland, maar het gewone leven gaat door. Brechje wordt verliefd, net als de hedendaagse Sanne. Maar er is ook een dreiging in de vorm van Barend, de huisknecht van de kruidenier. Hij maakt Brechje het leven zuur en sluit zich aan bij de Fransen. Dan ontdekt Sanne wat Brechje overkomen is.