In zijn romans en gedichten beschrijft Willem van Toorn zijn liefde voor het landschap, en in zijn essays trekt hij regelmatig fel van leer tegen de ondoordachte veranderingen die de mens in het landschap aanbrengt. Bekeek hij in zijn veelgeprezen boek Leesbaar landschap hoe schrijvers als Hooft, Vondel, Gorter, Nescio en Bernlef het Hollandse landschap hebben ervaren en verbeeld, ditmaal trekt hij Europa in. Hij reist naar de landschappen van Cesare Pavese, Louis Paul Boon, Bert Schierbeek, Alain-Fournier, George Sand en Bogdan Bogdanovic. Is het eigen, unieke schrijverslandschap dat zij in hun werk hebben gecreƫerd daar nog aan te treffen?