Zo universeel Temmermans onderwerpen, zo kenmerkend borstelt de dichter het leven hier en nu met trefzekere penseelstreken.
In de namiddag. Wij liggen op bed, dat wil zeggen:
ik lig er uitgestrekt, loom als een leesteken.
Ik roep je. Ik zing je naam. In de bomen
die als vandalen om ons heen komen staan.