De verteller heeft zojuist zijn geliefde verloren. De buitenwereld vervult hem met walging en razernij en alles doet hem pijn. In het ziekenhuis waar hij werkt, brengt hij de dag door met een collega wiens aanwezigheid hij nauwelijks kan verdragen, om maar niet te spreken van het werk zelf. Maar net als hij heeft besloten dat hij zo niet verder wil leven, vindt er een bijzondere ontmoeting plaats die hem van gedachten doet veranderen. Of is het daarvoor al te laat?
Net als in Grijze zielen weet Claudel een spannend en aangrijpend verhaal te vertellen, dat diepe indruk maakt en eindigt in een even dramatische als intrigerende ontknoping. De gevoeligheid en genadeloze trefzekerheid waarmee Claudel de heftige emoties van zijn personage overbrengt, doen denken aan het werk van Céline. Tegelijkertijd kan Claudel zich, door de melancholieke, tedere gloed die in zijn romans oplicht, maar vooral ook door zijn verbluffende vermogen om een verhaal perfect te doseren, meten met de Russische meesters.