Na zijn jeugd op het terrein van een psychiatrische instelling, een tussenjaar in de Amerikaanse Wild West en een bijzonder ontmoedigende tijd aan de theaterschool, is Joachim een jonge, niet echt succesvolle acteur. Als hij Hanna ontmoet, een ambitieuze en briljante studente, lijkt zijn liefdesleven tenminste ergens heen te gaan. Maar dan verschijnt Franka, danseres en compleet het tegenovergestelde van Hanna. En dan is er nog Ilse, een bakker, in wier keuken hij zich gelukkiger en veiliger voelt dan waar dan ook. De vraag is: kan dit allemaal goed gaan? Het antwoord is: nee.
In zijn vierde autobiografische roman vertelt Meyerhoff ontroerend en vermakelijk over zijn strubbelingen met de liefde.