In Zonnevlam gaat Anouk over twee weken met haar man Jim en hun dochtertje Merel verhuizen naar een villa in ’t Gooi. Tot de renovatie van hun nieuwe huis is afgerond geniet Anouk van een vakantie bij haar schoonouders op de camping. Tenminste, dat probeert ze. Ze voelt al een tijd afstand tussen haar en Jim; hij heeft meer aandacht voor zijn werk dan voor haar en Merel… Gelukkig heeft ze een goede band met haar schoonmoeder en de camping is van alle gemakken voorzien. Als ze na een bezoekje aan de campingwinkel over het terrein wandelt, stuit ze op iets verdachts. Moet ze de politie bellen, of kan ze beter eerst zelf uitzoeken wat er aan de hand is?