Op een milde augustusdag in 1969 betrekt een jong gezin hun nieuwe huis op Tromøya in Zuid-Noorwegen. Dit is de plek waar Karl Ove, dan nog geen jaar oud, zijn kindertijd zal doorbrengen. Het worden lange jaren, gevuld met ontdekkingstochten, meisjes, voetbal, muziek en een bijzonder dominante vader. De volwassen schrijver vertelt over de wijsneus die hij was, die al heel vroeg kon lezen en schrijven, maar moest leren rekening te houden met anderen. Knausgård beschrijft het oerlandschap van zijn jeugd tot in de fijnste details en vertelt hoe hij nu kijkt naar wat hij toen zo belangrijk vond. Een prachtige ode aan zijn Eden.