kon verbannen. Maar ze vinden steeds een weg terug. Ze achtervolgen
me via een geur in mijn neus of een geluid door mijn oor.
Ze vermommen zich als oude knikker of knuffel of kinderboek en
duiken onverwachts op onder mijn bed. Onze tent lijkt wel een
opslagplaats voor herinneringen. Hij staat er bol van.
Mirjam heeft tentarrest. Ze kampeert met haar ouders
op het eiland waar ze elk jaar naartoe gaan. Toch is dit
jaar alles anders. Mirjams zus Stine is er voor het eerst
niet bij.
Vanuit de tent schrijft Mirjam een lange brief aan Stine.
Daarin vertelt ze hoe zij en haar ouders naar het eiland
gingen, maar ze geen van drieën wisten hoe vakantie
vieren zonder Stine eigenlijk moest. Hoe ze de jongens
van de vorige keer weer tegenkwam. Hoe die plannen
maakten om de oude schuur te kraken. En wat er daar
gebeurde
Tijdens het schrijven wordt Mirjam achtervolgd door
herinneringen aan het afgelopen schooljaar. Is het haar
schuld dat Stine niet mee kon op vakantie? Had ze een
beter zusje moeten zijn?