Moord, doodslag, smeergeld en afpersing zijn dagelijkse kost voor deze inspecteur bij de LAPD, vriendje en loopjongen van de maffia, onderlegd als jurist en als straatvechter. Alles loopt op rolletjes voor Dave, totdat in de herfst van 1958 een grootscheeps FBI-onderzoek wordt aangekondigd naar corruptie in politiekringen.
Opeens zit iedereen achter hem aan: plaatselijke politici, hoge omes van zowel LAPD als FBI, maffiosi, oplichters, drugsdealers - iedereen die er alles en desnoods meer voor overheeft om zijn vuile was maar binnen te houden.
Dave Klein doet het verhaal van zijn leven in een hel die hij zelf heeft helpen scheppen, en waar hij nu nog levend uit moet zien te komen.