In 1913 raken de houtskoolbranders Gerrit en Benjamin Jonker en hun jongste zus Geertje ongewild betrokken bij de bizarre gebeurtenissen in het Ronde Huis: een landhuis in de woeste gronden rond het dorp Nunspeet en eigendom van landheer Frank van Vloten die tegen grof geld niets en niemand ontziende orgieën organiseert voor hoge gasten. Honderd jaar later vinden wandelaars bij de resten van het Ronde Huis het onthoofde lijk van een jonge vrouw. Het moordonderzoek brengt commissaris Ben van Arkel en zijn rechterhand Jan Huisman in de gesloten kringen van de Oekraïense maffia waar de geschiedenis van het Ronde Huis een even onverwacht als gruwelijk vervolg krijgt.