Op 12 mei 1985 viert het Colombiaanse adoptiekind Maya Undina Herrera haar vijftiende verjaardag. Door een bizarre gebeurtenis op die dag weet zij het plotseling: zij is de oceaan over geslingerd om in Nederland een reddende engel te zijn. Zeer nauwgezet werkt zij aan de vervulling van deze roeping, die almaar groter en veelomvattender wordt. De zeven jaar jongere Louis Ducrot is een zwakbegaafde jongen, die op jonge leeftijd zijn vader verliest. Troost vindt hij niet bij zijn moeder maar bij de oom van Maya, de grafkistenmaker Jacob Duivenvoorde.
Zwarte ogen is het verhaal van de toevallige ontmoetingen tussen Maya en Louis, en van de lange periodes waarin zij elkaar uit het oog verliezen. Het is een epos over toeval en wilsbeschikking, over het grote gebaar en het kleine defect, over redden en gered worden, over de verboden liefde en de onbruikbaarheid van de werkelijkheid. En het wekt de Vergeten straat van de onvergetelijke Louis Paul Boon weer tot leven.