Met een elegante welbespraaktheid laveert de auteur tussen personages van diverse pluimage, van volslagen schlemielen tot megalomane roeptoeters, om de lezer getuige te laten zijn van hun zwiepers en zeperds.
De toon is absurdistisch, mild ironisch, dan weer mededogend en idealistisch.
Altijd voel je een liefde van de auteur voor zijn personages, is niets menselijks hem vreemd en gaandeweg krijg je door dat je te maken hebt met een doordacht observeerder die zijn pen hanteert om de menselijke natuur door de mangel te halen.
‘Zwiepers en zeperds’ lees je met een gebeitelde glimlach op je gezicht die soms uitmondt in een gulle lach, maar je evengoed hoofdschuddend door het raam doet staren. Een verhalenbundel die zich moeilijk laat wegleggen.”
Collega auteur Marc Kerkhofs