Auke Kok schreef een uitstekende reconstructie van de Europese Kampioenschappen van 1988. De overwinning op de Duitsers in Hamburg leidde tot het grootste spontane volksfeest sinds 1945: eindelijk het ‘trauma’ over de verloren finale in 1974 uit de weg geruimd, eindelijk had opoe haar fiets terug. Met Marco van Basten en Ruud Gullit als moderne helden was het heerlijk om een Nederlander te zijn. ‘Wij houden van Oranje’, zong André Hazes, en zo was het. Kok schildert het portret van de jaren tachtig, van de generatie voetballers die geschiedenis schreven door hun land het voetbalgoud te schenken.