Een jonge schrijver reist af naar Alexandrië met in zijn koffer de boeken van zijn overleden vriend Tomas. Hij wil deze boeken vereeuwigen door ze in een kast in de beroemde Bibliotheek van Alexandrië te zetten. Tegelijk gaat hij op zoek naar de tombe van Alexander de Grote, over wie hij al langer een biografie wil schrijven.
Tijdens zijn zwerftochten door deze stad duiken allerlei herinneringen op aan Tomas, die er als een schim blijkt rond te waren.
Arjen van Veelen zoekt in deze prachtige essayistische roman naar moderne manieren om betekenis te geven aan het leven en aan de dood. Tegen de achtergrond van een klassieke stad, het Vlaamse platteland en de achterbuurten van Amerika schept hij een persoonlijk monument voor een verloren vriendschap.