Zo op het oog lijkt alles vredig aan de Badhuisweg: de jongen is intelligent, beleefd en gemakkelijk in de omgang, en de familie heeft de oorlog bijna ongehavend overleefd. Maar als je vader een beroemd acteur is en jijzelf ook acteur wilt worden, is het leven één grote beproeving.
De vader ziet in zijn zoon al snel het talent. En hij moet en zal hem altijd overtreffen. Wat hij met zijn quasivriendelijke maar vernietigende opmerkingen niet voor elkaar krijgt, namelijk zijn zoon in een zo groot mogelijk ongeluk storten, bewerkstelligt de laatste zelf met bravoure: hij wordt een meester in de zelfvernedering. Leven met lijf, hart en ziel kan hij alleen in (toneel)rollen. En die speelt hij wanhopig, zonder afstand, met volledige inzet – en weldra met zo’n groot succes dat hij zijn vader dreigt te overvleugelen.
Die neemt de wapens op en verhindert met intriges, die je eerder in een toneelstuk zou verwachten, dat zijn zoon mag spelen in het klassieke vader-zoon drama bij uitstek. Koning Lear, het stuk waarin de zoon de tirannieke vader vernietigt.
Hans Croiset ziet in zijn autobiografische verhaal niet om in wrok, maar eerder met distantie en verfijnde ironie. Hij heeft een groots, klassiek verhaal geschreven, waarin ook de echo’s van de tijd in alle nuances doorklinken.
Vóór het doek twee mannen in een drama zo oud als de mensheid zelf: vader en zoon, onontwarbaar in elkaar verstrikt.