Op zestienjarige leeftijd werd Tessa Cartwright te midden van de stoffelijke overschotten van die andere slachtoffers gevonden op een akker in Texas. Ze was op sterven na dood en had slechts een vage herinnering aan hoe ze daar was beland. Vanaf die dag stond zij te boek als de overlevende 'Black-Eyed Susan', de bijnaam van de slachtoffers van een seriemoordenaar die verwees naar de goudgele wildbloemen die welig tierden boven hun gemeenschappelijke graf. En het was Tessa's getuigenverklaring die de dader in de dodencel deed belanden. Althans, dat dacht ze...
Bijna twintig jaar later ontdekt Tessa tijdens een bitterkoude februarimaand onder het raam van haar slaapkamer een veld vers geplante, bloeiende Black-Eyed Susans. De zaak wordt heropend en Tessa besluit de verdediging te helpen bij het onderzoek. Maar wat niemand weet is dat het angstige, fragiele meisje dat Tessa was, een muur van geheimen om zich heen heeft gebouwd.