Zomer aan de kust. In een appartement met uitzicht op zee zit een man. Zijn gezicht is naar de deur gekeerd. Hij wacht, met een pistool in zijn schoot. In Blindelings raken Abigaïl, dochter van een hôtelier, en Karel, laag geboren zoon van een kroegbazin, verstrikt in elkaars netten. Ze krijgen een kind, Jonas. De hopeloos gevoelige jongen dreigt te worden vermalen tussen de tomeloze ambitie en de eeuwige twijfels van zijn ouders. Dan ontmoet Jonas een meisje, Anouk. Kunnen twee jonge mensen die voor het ongeluk geboren lijken het lot in een andere richting sturen? Blindelings is een roman over schoonheid en verval, daden en dromen, uitverkorenen en verdoemden.