In Nederland kent iedereen de Mocro maffia, een criminele zooi van Noord-Afrikaanse komaf die er al jaren de misdaadkronieken vult met extreem en ongecontroleerd geweld. Dit rauw en voorts niet al te snugger straattuig stootte in de georganiseerde misdaad op door mee de hand te leggen op de internationale drugshandel, die achter de façades van de Nederlandse coffeeshops en het Nederlandse gedoogbeleid woekert. In Amsterdam, Rotterdam, Breda en Tilburg wordt de Mocro maffia nu rijk en vet van hasj, cocaïne en heroïne en etaleert er, druipend van agressieve arrogantie, zijn voorkeur voor dure Moncler-jasjes, parka's van Canadian Goose, Gucci-schoudertasjes, Porsches Cayenne en Audi's RS6.
Maar zoals het druppelt in Brussel als het regent in Parijs, zo haken ook Amsterdam en Antwerpen in elkaar. De Vlaamse stad aan de Schelde is belangrijk voor de ruige Mocro maffia in Nederland. Ze gebruikt de haven van Antwerpen immers om haar partijen drugs uit Zuid-Amerika en Afrika binnen te trekken. En voor die Belgische activiteiten heeft ze in Borgerhout zelfs een heus filiaal opgericht, bemand door lokale Marokkaanse families: vaders en zonen, ooms en neven, zelfs moeders en dochters. Die begonnen allemaal in dienst van, als 'uithalers' die op verzoek van de Nederlandse drugsbazen, meestal voor een habbekrats, de ladingen drugs uit de containers pikken. Maar ondertussen rijden de drugscriminelen in Borgerhout steeds vaker voor zichzelf en is het vroegere Borgerokko nu Coke City geworden, een internationaal gangsterhol, een draaischijf van waaruit drugs over Europa worden verspreid en misdaadgeld naar Marokkaanse steden als Tanger en Nador stroomt.