Brood, opdat je in dit huis gezondheid en voorspoed zult kennen. Zout, opdat je leven hier niet eentonig zal zijn. En de wijn heb ik er zelf bij bedacht: dat je hier maar gelukkig mag worden. Nele doet haar symbolische gaven, in een mandje dat ze overhandigt aan de nieuwe bewoner van haar huis. In alle verhalen speelt een verhuizing een rol, het wennen aan het nieuwe onderkomen of het afsluiten van een huis en de daar geleefde jaren. Een weduwe begraaft een Jozefbeeld in de tuin, in de hoop de verkoop van haar huis te bespoedigen. Een vrouw heeft zoveel moeite met het afscheid van haar geliefde huis dat ze er op een nacht terugkeert en inbreekt. Een makelaar vindt de jonge vrouw van het stel aan wie hij een appartement probeert te verkopen veel te aardig voor de praatjesmaker naast haar; hij aarzelt of hij de verkoop moet laten lukken.
De personages in Brood, zout, wijn zijn perfect getekend en hun tekortkomingen pijnlijk herkenbaar, zowel voor de mannelijke lezer van zestig als voor de vrouwelijke van twintig.