Camera obscura bestaat uit een aantal korte en langere verhalen, waarin Hildebrand (pseudoniem voor Nicolaas Beets) familie en kennissen bezoekt. Hij beschrijft op humoristische wijze de dagelijkse en minder dagelijkse gebeurtenissen. Hoewel hij in het voorwoord vertelt dat herinneringen, gedachten en verbeelding dooreen lopen, heeft hij, naar uit later onderzoek bleek, in veel gevallen passages uit zijn eigen brieven en dagboeken letterlijk overgenomen. Nadat Camera obscura in 1839 voor het eerst was verschenen, heeft Hildebrand er steeds weer delen aan toegevoegd.