Egypte, eind jaren veertig. In de salons van de decadente Cairo Automobile Club pokeren koning Faroek en de lokale elite avond aan avond met de Engelse machthebbers, terwijl de kamerheer van de koning de bediende terroriseert. Een van de bedienden is Abdelaziz, telg uit een ooit welgestelde maar nu aan de grond geraakte familie. Hij is naar Caïro verhuisd om zijn kinderen een betere opleiding te geven, maar als de kamerheer hem in het vizier krijgt, is hij zijn leven niet meer zeker.
Alaa al Aswani schetst op zeer levendigde wijze een politiek dilemma. Het broeit binnen de Automobile Club, maar ook in de rest van het land. Zowel de bedienden in de club als de bevolking van Egypte staan voor de keus: onder bescherming van de koning als slaven leven, of de veiligheid opgeven voor hun rechten.