Harry en Michel bewaken in de parkeerverdieping de enige ingang van een buitengewoon gebouw, bewoond door de rijken der aarde. Wanneer in de loop van vierentwintig uur op een na alle bewoners vertrekken, weten zij niet wat er buiten aan de hand is. Is er een oorlog uitgebroken? Is de wereld ondergedompeld in een nucleaire winter? Plichtsgetrouw blijven ze op hun post, in de hoop door hun oversten opgemerkt te worden. In De bewaker is de humor inkt zwart en zijn de details huiveringwekkend. Het is een spannend, tijdloos boek over oorlog en vrede: oorlog met een ongrijpbare vijand, vrede die elk voor zichzelf moet bevechten.